Zo laat je kaarsen langer meegaan
Kaarsen hebben de laatste jaren weer een opmars gemaakt. Dit komt vooral omdat ze niet langer de functie van verlichting hebben. Kaarsen zijn kunstwerken geworden, met creatieve ontwerpen die gemaakt zijn om een kamer te verfraaien, en met geuren om je te helpen ontspannen of juist energie te geven, afhankelijk van het aroma.
Of je nu hele mooie Bolsius kaarsen hebt gekocht of een van de vele geurkaarsen, je wilt natuurlijk dat deze zo lang mogelijk meegaat. Behalve niet aansteken, zijn er een aantal dingen die je kunnen helpen om de kaars langer te kunnen gebruiken.
6 tips voor een langere brandduur van kaarsen
- Brand een nieuwe kaars nooit voor slechts een paar minuten. Vooral stompkaarsen, mammoet kaarsen en kaarsen in een glas moeten de eerste keer branden tot er een complete plas met vloeibare was is gevormd, van rand tot rand. De volgende keer dat je hem aansteekt, zal hij namelijk moeite hebben om verder te gaan dan de vorige verbranding en je wilt geen dikke randen overhouden.
- Laat de kaars ook niet te lang branden. Een goed gemiddelde is ongeveer een uur per 2-3 centimeter dikte. Heb je dus een kaars in een glas met een diameter van 10 cm, brand het dan niet langer dan 4 uur per keer.
- Laat een kaars helemaal afkoelen en stollen voordat je hem opnieuw aansteekt. Dit kan zeker een paar uur duren als je een hele brede kaars hebt. Zet de kaars niet in de koelkast om het proces te versnellen. Dit kan er alleen maar voor zorgen dat de was gaat barsten.
- Plaats geen brandende kaarsen in de tocht. Luchtstromen kunnen er namelijk voor zorgen dat ze ongelijkmatig branden en roet produceren. Zo houd je dikke randen over of krijg je lelijke zwarte vlekken.
- Gebruik overgebleven was van geurkaarsen in een waxbrander. Zo kun je nog een tijd van die heerlijke geur genieten en heb je minder afval.
- Gebruik LED kaarsen als je graag de hele avond, of zonder toezicht, of in de wind sfeerverlichting wilt.
Een fabeltje waarmee je de brandduur van je kaars niet kunt verlengen
Misschien heb je ooit gehoord dat je kaarsen kunt vriezen om ze langer te kunnen laten branden. Dat is helaas een fabeltje. Alleen al het risico dat het kaarsvet barst, de lont vochtig raakt of je etenswaren in de vriezer gaan ruiken naar geurkaarsen, zou genoeg moeten zijn om je kaarsen niet te bevriezen. Maar het werkt ook helemaal niet. Een kaarsvlam is ongeveer 1200 graden en zodra je de kaars aansteekt begint de was rondom de vlam direct te smelten. Dit proces gaat door of je nu begint met +18 graden of –18 graden. Het maakt helemaal niets uit.